Van de Europese volkeren behoren de Nederlanders tot de groep die het meest op reis gaat. Volgens de gegevens van Eurostat overnacht de gemiddelde Nederlander gemiddeld 12 nachten per jaar in het buitenland. Dat is wel twee keer zo vaak als het gemiddelde van de Europeanen. Onderzoeksbureau NBTC-NIPO kan uit onderzoek laten blijken dat Nederlanders ook steeds vaker en langer op reis gaan.
In eigen land op vakantie
Uit de cijfers blijkt dat ruim een derde van alle vakanties gewoon lekker in Nederland wordt gevierd. Er zijn van Groningen tot Zeeland en van de Waddeneilanden tot Zuid-Limburg natuurlijk ook talloze vakantiebestemmingen en -mogelijkheden te vinden. Lonely Planet, een van de meest toonaangevende reisgidsen, heeft voor komende zomer bijvoorbeeld het Waddeneiland Texel in hun top-10 van Europese vakantiebestemmingen opgenomen.
Europa blijft populair
Als wij Nederlanders dan toch ons land verlaten, kiezen we toch vaak een vakantiebestemming binnen het Europese grondgebied. Niet alleen de strandvakanties, maar ook een al dan niet culturele stedentrip levert naast de welverdiende ontspanning ook nog eens een flinke bijdrage aan de groei van de Europese economie.
De reisbranche heeft een grote invloed op de wereldeconomie. We geven met zijn allen jaarlijks bijna 6.000 miljard euro uit aan reizen en toerisme, wat natuurlijk een grote impact heeft op de wereldeconomie.
Economische kant van vakanties, Spanje onbetwiste koploper
Als we kijken naar het economische verhaal, staat Spanje bovenaan de Europese vakantieranglijst. Buitenlanders brengen ieder jaar opnieuw ruim 250 miljoen keer de nacht door in Spanje. Dat wil volgens Eurostat zeggen dat Spanje jaarlijks ruim 49 miljard euro aan inkomsten uit deze overnachtingen haalt. Omgerekend is dat bijna 5 procent van de complete Spaanse economie.
Mede door het groeiende toerisme in Spanje lag de economische groei van Spanje met 3,2 procent op het dubbele (1,6 procent) van het gemiddelde van de eurozone. Over duidelijke cijfers gesproken…
Toerisme belangrijk voor de economie
Er zijn in alleen al Europa verschillende landen waar toerisme minstens zo’n grote impact heeft op de economie als Spanje. De noodzaak van die impact is vaak ook nog hoger in vergelijking tot die van Spanje.
Als voorbeeld kunnen we Griekenland nemen. Er wordt daar jaarlijks 13,4 miljard euro aan inkomsten uit de toerisme-industrie gehaald, wat gelijk staat aan 7,5 procent van de totale economie. Iedere cent extra is daar zeer welkom, aangezien de Griekse economie niet groeide afgelopen jaar.
Een ander voorbeeld is Kroatië, waar het totale bedrag van 7,4 miljoen euro aan inkomsten uit de toeristische sector een gigantische impact heeft op de nationale economie. Met 17,2 procent van de totale Kroatische economie mogen we gerust spreken van een enorme steunpilaar voor de economie. De economische groei van dat land is met 1,8 procent een stuk lager dan andere Oost-Europese landen, dus deze boost uit de toeristische sector is daar meer dan welkom.
Goedkoper op vakantie
Dat de populariteit van vakantiebestemmingen in zowel ons eigen land als Europa blijft groeien biedt de vakantieganger het voordeel dat een reis lang niet zo duur hoeft te worden als een wereldreis of vakantie naar een van de andere continenten. Vandaar dat een vakantie tegenwoordig makkelijker ‘kan’ en er ook nog geld overblijft voor andere belangrijke zaken.